Bij het plannen van deze reis, had Simon gezien dat het vrij onbekende plaatsje Vellore een gouden tempel had. Die wilden we wel van dichtbij gaan bekijken. Dus planden we op weg naar Bangalore een extra stop in. Nog wat verder googelen wees op het bestaan van een oud fort in de stad, maar meer dan een goede dag verwachtten we niet nodig te hebben in Vellore.
Onze trein in Chennai had wat vertraging opgelopen. De berichten varieerden van een half uur tot anderhalf uur. Niet heel raar, als je beseft dat de trein op het moment dat hij in Chennai aankwam er al 2500 kilometer op had zitten. Het werd uiteindelijk een uur, zodat we niet voor, maar eigenlijk net ná de lunch in Vellore aankwamen. Op het station werden we meteen overspoeld door riksja-bestuurders die ons maar wat graag naar onze eindbestemming wilden brengen. Op goed geluk kies je er dan maar eentje, het maakt voor ons ook niet ze veel uit. Als je maar vooraf de prijs afspreekt, zodat je niet bij het afrekenen een poot wordt uitgedraaid.
Simon noteerde het telefoonnummer van onze chauffeur, om eventueel nog een keer gebruik van zijn diensten te kunnen maken en niet steeds naar een riksja te hoeven zoeken. Nadat we wat gegeten hadden en even afgekoeld in onze kamer, hebben we de beste man inderdaad gebeld, met de vraag of hij ons naar het fort wilde brengen.



Vellore Fort
Het fort is een enorm imposant bouwwerk uit de zestiende eeuw, met hoge muren met bijzondere details, en een zeer brede gracht er omheen. Binnen in het fort bevindt zich ook nog een tempel, de Jalagandeeswarar Tempel. In tegenstelling tot veel tempels die we bezocht hebben, zijn hier de beelden niet in de meest uitbundige kleuren geschilderd, maar zijn ze de natuurlijke kleur van de steen waarin ze zijn uitgehouwen. Bij het bestuderen van de pilaren, konden we geen naden zien van stukken steen. We vermoeden dat de pilaren uit één geheel zijn opgetrokken.
De tempel is niet altijd als gebedshuis in gebruik geweest. Het fort heeft namelijk nogal wat verschillende meesters gehad. Eerst een dynastie van Hindoe-koningen, maar na ongeveer honderd jaar is het Fort in handen gekomen van Moslim-heersers. In de middeleeuwen waren de Indiërs een behoorlijk bloeddorstig volk en zijn er vele oorlogen uitgevochten. In die tijd was Vellore ook een veel belangrijker stad dan nu. Een stad als Chennai bestond toen nog helemaal niet (is pas gesticht toen de Europeanen daar aankwamen). Onder de moslim-heerschappij is de tempel gedeeltelijk verwoest. Toen daarna de Britten bezit namen van het fort, hebben zij de tempel hetzelfde doel gegeven als hun voorgangers: wapenopslag.

Er staan nog veel meer gebouwen in het fort, wat een oppervlakte heeft van ruim een halve vierkante kilometer. De Britten hebben er een kerk gebouwd, die nog staat. Ook twee aan elkaar grenzende paleizen, waar de nazaten van Hyder Ali en zijn zoon Tipu Sultan, de grote moslimkoningen die door de Britten in de pan zijn gehakt, gevangen hebben gezeten. En nog meer koninklijke gevangenen hebben dit fort bezocht: De laatste koning van Sri Lanka heeft er zeventien jaar in een paleis "gewoond" met zijn vier vrouwen. Deze gebouwen staan nog, en zijn zelfs gedeeltelijk toegankelijk. We konden er beelden zien die in de loop van 100 jaar hier in de omgeving zijn gemaakt. Verder zit er nog een museum op het terrein, en is er tegenwoordig een politieschool in de oude gebouwen gehuisvest.
Op verschillende braakliggende terreinen, misschien in het verleden exercitieplaatsen van de militairen die hier tot 1948 woonden, spelen nu jongeren cricket. Maar in 1806 heeft hier een ware veldslag plaatsgevonden. De eerste Indiase opstand vond in dat jaar plaats in dit fort, toen de sepoys (inheemse soldaten) in opstand kwamen tegen de nieuwe regels van de Britse overheerser. Zij moesten o.a. hun baarden afscheren en hun tulband vervangen door een pet. met een leren (!) kokarde. In korte tijd hadden de Indiërs 15 Britse officieren en 100 soldaten vermoord. Er werd versterking van buitenaf ingeroepen en tegen de avond was de muiterij neergeslagen en veel van de 800 opstandelingen gedood.
De gevangenis uit die tijd staat er nog, maar is in staat van ontbinding. De tempel is tegenwoordig hersteld als gebedshuis. En gelukkig mochten we er foto's maken in het voorportaal. Dat was wel anders in die andere tempel in Vellore, waar veel bezoekers op afkomen.

De "twincastles" via een trap verbonden. Nu in gebruik als museum.
De Gouden Tempel


De volgende dag zouden we naar de Gouden Tempel gaan, maar Simon had eerst nog wat anders verzonnen: Een ruïne van een oud kasteeltje, het French Castle, op zo'n 25 kilometer buiten Vellore. Ik stelde voor dit dan maar te bezoeken in combinatie met een bezoek aan de Ratnagiri tempel. Deze staat bovenop een heuveltop in de buurt van Vellore.
Deze tempel is pas (opnieuw) opgebouwd sinds 1968. De huisheilige woont er nog steeds, en wij hebben hem mogen aanschouwen. We zijn niet zo van de persoonsverheerlijking, maar deze man heeft er, met zijn devotie en levensinstelling, wel voor gezorgd dat er een heel dorpje is ontstaan onderaan de voet van de heuvel, met gezondheidszorg voor de behoeftigen, scholen voor de kinderen, woningen voor de daklozen, etc. Desondanks liepen er nog genoeg bedelaars rond onderaan de trap.. Toen Simon zijn portemonnee trok om aan één van hen wat te geven, werd hij binnen de kortste keer belaagd door een troep kinderen die allemaal wat wilden hebben.
Behalve dat hij op een heuvel staat, met een lange trap om te beklimmen voor de gelovigen èn een weg met haarspeldbochten voor hen die liever met de scooter komen, was de tempel er één van de vele. Misschien zijn we een beetje blasé aan het worden, maar er was in ieder geval geen oud beeldhouwwerk te zien. We waren dus vrij snel uitgekeken en gingen met de riksja op weg naar het "Franse kasteel". Waarschijnlijk eerder een Brits gebouw, die het zogenaamd in Franse stijl zouden hebben gedaan, dan dat het oorspronkelijk door de Franse is gebouwd.
De rit van de tempel naar het kasteel zou niet veel meer dan twintig kilometer moeten zijn. Omdat onze chauffeur eigenwijs was en dacht dat hij zelf de weg beter wist dan Google maps, hebben we er uiteindelijk ruim anderhalf uur over gedaan, en volgens ons een flink eind omgereden. Maar we zijn er gekomen. En wat we zagen was..... een muur van blauwe golfplaten. Het kasteel stond in de steigers. Na jaren van verwaarlozing is er kennelijk besloten het gebouw op te knappen, of in ieder geval minder gevaarlijk te maken voor bezoekende toeristen.
Onze chauffeur heeft nog gepraat als brugman om ons toegang te laten verkrijgen om een paar fotootjes te maken, maar de werklui/bewakers waren onverbiddelijk. Tussen de golfplaten door hebben we toch nog een paar plaatjes kunnen schieten, totdat ze ons ook daarvan wegjaagden. Dus toen maar op naar de Gouden Tempel, het grote wonder van Vellore.



Voordat we bij de beroemde Gouden tempel waren, zette onze chauffeur ons af bij de tempel ernaast. Ook mooi, maar toch niet helemaal wat wij hadden bedacht. Dus na even rondgekeken hebben, liepen we door naar de grote buur. De officiële naam van de Gouden Tempel, is Sri Lakshmi Narayani Temple. Sri Lakshmi is de godin van de rijkdom en voorspoed (ah, daarom een gouden tempel) en de "resident holy man" is Sri Sakhti Amma.
Nadat we onze schoenen en mobiele telefoons in bewaring hadden gegeven -tegen betaling uiteraard- en entreekaartjes hadden betaald waarmee we twee uur lang in het complex aanwezig mochten zijn, gingen we naar binnen. Voor de poort had ik me al laten overhalen een tasje met bloemen te kopen als offergave aan de godin. Maar na de eerste toegangscontrole kwam nog een tweede controle, waar mijn tas zelfs door de scanner moest om te zien of ik niet stiekem toch een telefoon of camera mee naar binnen smokkelde. Pas toen waren we echt binnen.
Het tempelcomplex in gebouwd in een grote, schitterend gestileerde tuin, met een lange zichtlijn van de ingang naar de Gouden tempel zelf. Het pad loopt eerst lange tijd langs een rij palmen, en daarna een rij fonteinen die de trappen naar de tempel accentueren. Maar in plaats van dat je rechtstreeks naar het tempelgebouw loopt, moet je een stervormig pad volgen, dat door schitterende groene tuinen rond de hoofdtempel loopt. Op deze manier wordt er wel een ervaring gecreëerd. Overal langs het pad staan "inspirerende" spirituele spreuken, afgewisseld met foto's van een breed lachende Narayani Amma.
De eerste stop, waar we vanaf het begin toe verleid werden, was in de tempel van de 1700 kilo zware, massief zilveren Ganesha, de god van het geluk. Ook hier zat weer een vrouwtje bundeltjes offermateriaal -het leek op gras- te verkopen. Voor 10 roepies gaven wij deze Ganesha ons teken van respect.
We vervolgden ons pad, en kwamen langs een stalletje waar je eten een green screen een foto kon laten maken, waar je zelf een mooie tempelachtergrond bij kon kiezen. Bij de volgende bocht van de ster, was eten en drinken te koop. Ook werden op een lange rij mottoborden in drie talen (engels, hindi en tamil) de vele goede werken van Narayani Amma geprezen. Van de bouw van ziekenhuizen en scholen, tot het helpen met de watervoorziening bij droogte voor de armsten. Weer een stukje verder stond een bord dat je voor 2000 roepies 14 jaar lang de zegen van Narayani Amma over je kon laten uitroepen. Creditcards accepted. Ons bekroop het gevoel alsof we aan het kijken waren naar een show van een Amerikaanse TV-dominee.


Het stervormig pad eindigde bij de ingang van de tempel, maar dan was je er nog niet. De gouden tempel zelf staat in het water, en het laatste stukje van de weg als devotee loop je om het water en dus om de tempel heen. Pas nu konden we de details op de tempel zien. Hier zijn zeer getalenteerde goudsmeden bezig geweest. De basis van het handwerk is koper, met daarop negen tot tien lagen goudfolie. Allemaal met de hand gemaakt. Iedere afbeelding afwijkend van alle andere en tot in detail uitgewerkt. De tempel schitterde in de zon. Als de godin van de rijkdom hier niet vrolijk van wordt, dan weet ik het niet meer. Het dak, de pilaren, maar ook de vloer en alle andere oppervlakken in de tempel zijn met goud bekleed. Gouden pauwen, gouden olifanten, gouden ganzen (die gouden eieren leggen?). De priesters lopen rond in goudgele gewaden en de schaal waar ik mijn offergave op mocht leggen was ook van goud.
En toch voelde het een beetje als een anticlimax. Voor ons dan, niet voor de gelovigen die voor ons stonden en bleven bidden tot de gouden afbeelding van Sri Lakshmi Narayani. Wij waren daar sneller klaar.
De weg naar de uitgang in aanmerkelijk korter dan de weg naar binnen. Allereerst liepen we langs een getrapte waterval. Deze wordt door gelovigen gebruikt als wensput. Hij lag werkelijk vol met munten, briefgeld, armbanden, oorbellen. Alles wat maar een beetje waarde had. Daarna mochten we in een rechte lijn richting de souvenirwinkeltjes. Maar net toen we daar aankwamen, werd de tempelolifant binnengebracht. Zij werd onder een luifel gezegend, bestrooid en versierd met bloemen, ze kreeg een bindi -op olifantenformaat- en werd letterlijk bewierrookt. Het hele ritueel duurde zeker tien tot vijftien minuten. Bij binnenkomst leek het of ze de priester begroette en hij begroette haar terug met een knuffel. De rest van de tijd bleef ze heel netjes stilstaan. Zonder kettingen, zonder aanwijzingen van de begeleider. Aan het eind kreeg ze een grote maiskolf en een hele mand met gepofte rijst te eten. Dat was het eindsignaal, en ze keerde zich rustig om en liep met haar begeleider terug. We moesten er even voor opzij gaan. Een paar vrouwen liepen er snel achteraan en kregen een zegen van de olifant, die haar slurf over hun hoofden krulde.
De rest van de weg naar de uitgang liep langs allerhande souvenirwinkeltjes. Hier konden we ons geld wel kwijt aan afbeeldingen van de gouden tempel, als schilderijtje of in 3D. Eventueel met verlichting. Verder waren er kruiden, godenbeeldjes, dierenbeeldjes, kleding en andere textiel, en weer diverse voedingswaren te koop. Maar je kon ook gewoon doneren. Creditcards accepted.
Reactie plaatsen
Reacties