Misschien wel het belangrijkste culturele erfgoed dat de Nederlanders hebben achtergelaten is de Hortus Malabaricus. De Hortus Malabaricus is een 17e-eeuwsebeschrijving van de flora die in die tijd voorkwam aan de Malabar-kust. Het werk staat op naam van Hendrik van Rheede, de Nederlandse Gouverneur van Malabar tussen 1669 en 1676, maar is samengesteld met behulp van Itti Achuthan Vaidar en bijna honderd andere medewerkers. Het werk bestaat uit 12 delen en is in het Latijn opgesteld. De beschrijvingen van de planten, hun eigenschappen en hun gebruik in de lokale geneeskunde werd tussen 1678 en 1693 in Amsterdam gepubliceerd. Het is een waardevolle bron gebleken voor de studie van de inheemse planten in Kerala. Omdat de namen van de planten niet alleen in het Latijn werden gegeven, maar ook in de talen Malayalam, Konkani, Arabisch en Engels is het werk ook vanuit taalkundig oogpunt interessant. Het is bovendien de eerste keer dat de taal Malayalam in gedrukte vorm verscheen.  

Omdat de Hortus Malabaricus in het Latijn weinig toegankelijk was, is het volledige werk door de Indiase wetenschapper door Professor K. S. Manilal naar het Engels veryaaldHij was een emeritus van de Universiteit van Calicut en heeft meer dan 35 jaar van zijn leven gewijd aan onderzoek voor de vertaling en annotatie van de oorspronkelijke tekst uit het Latijn naar het Engels. Hij zorgde daarbij ook voor verwijzingen naar de huidige botanische namen. De Malayalam-versie werd gepubliceerd door de Universiteit van Kerala in 2008. Voor zijn uitstekende bijdrage aan de botanie werd Professor K. S. Manilal in 2012 door Beatrix geëerd met de Orde van Oranje-Nassau, de hoogste burgerlijke onderscheiding van Nederland. 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.