We zijn niet alleen als toerist naar India gekomen, we willen ook uitdrukkelijk een aantal zakelijke mogelijkheden verkennen. Father Shaiju heeft een aantal eenvoudige ambachtslieden in zijn kerk. We zijn met een van die ambachtslieden, Jinsen, in contact gekomen. Jinsen woont thuis bij zijn vader en moeder, en is ambachtsman, houtbewerker. Het vak heeft hij geleerd van zijn vader die dit ook doet. Kleine ambachtslieden zijn geen zeldzaamheid in Kochi, zoals Jinsen zijn er tientallen zo niet honderden. Jinsen en zijn vader maken houten figuren, bootjes, pauwen. De werkplaats van Jinsen is een stoffige schuur met slechte verlichting en zonder stofafzuiging. Jinsen en zijn vader hebben de beschikking over onder andere een lintzaag, twee draaibanken, een kolomboor, een cirkelzaag en een slijpsteen. Bij het zagen en draaien werken ze met een mondkapje op. Ze hebben ze nog allerlei handgereedschap, maar echt fijn gereedschap zoals een Dremel had ik niet gezien.
In de schuur ligt een grote stapel rozenhout, een dure, maar kwalitatief goede houtsoort. Het maken van rozenhouten bootjes in "Backwater"-design is hun specialiteit, daar zijn ze trots op. Als wij goed naar de bootjes kijken hebben we hier en daar nog wel wat kanttekeningen bij de afwerking. Bovendien lijkt het erop dat de rosewood bootjes geen tot weinig meerwaarde opleveren en opzichte van bootjes van goedkopere (zachtere) houtsoorten en MDF.
Jinsen verkoopt zijn bootjes niet zelf aan eindgebruikers (toeristen), maar verkoopt ze aan tussenhandelaren die meer aan de bootjes verdienen dan hijzelf. Hij werkt wel samen met andere ambachtslieden in een soort van collectief, maar tot een echte samenwerking, bijvoorbeeld een gezamenlijke webshop of een gezamenlijke marktkraam is het niet gekomen. Vanwege het grote aantal aanbieders is de ruimte voor onderhandelingen over de verkoopprijs beperkt. Met een productie van 25 bootjes per week (gemiddeld 4 per dag) komt hij met zijn vader niet aan een inkomen van 400 rupies (ca. 4,5 euro) per dag. Vanwege zijn lage inkomen kan Jinsen geen vrouw onderhouden en is hij nog alleenstaand. Om redelijk in zijn levensonderhoud te kunnen voorzien zou Jinsen volgens Father Shaiju voldoende hebben aan 25000 rupies per maand, om en nabij de 280 Euro. Jaklien en ik hebben toegezegd mee te denken en te helpen bij het zoeken naar een manier om Jinsen en zijn vader te helpen aan een beter inkomen.


Na een oppervlakkige verkenning van de opties voor Jinsen hebben we besloten een paar oplossingsrichtingen in kaart te gaan brengen. Dat doen we niet zelf, maar dat laten we doen door een groep studenten van het Albertian Institute of Management. Vier denkrichtingen lijken interessant. Als eerste denken we aan het opzetten van een eigen distributiekanaal, bijvoorbeeld door het (laten) verkopen van de bootjes door de house-boat eigenaren in Aleppey. Die kunnen dan ook nog wat extra verdienen aan de toeristen die ze over de backwaters rondvaren. Een tweede mogelijke oplossing is het opzetten van eigen online verkoop via Amazon of via Ebay. Dan moet er wel het een en ander gebeuren voor de verpakking, de verzending, de betaling en wellicht ook de retourzending en retourbetaling als klanten niet tevreden zijn. De derde oplossingsrichting is het aanpassen van de ontwerpen zodat ze geschikt zijn als kinderspeelgoed. Dan kunnen ze misschien verkocht worden via speelgoedwinkels. De vierde oplossingsrichting is het kleiner maken van de bootjes. Kleinere bootje zijn voor toeristen makkelijker mee te nemen in hun koffers. Het kleinste bootje dat Jinsen nu had was 30 centimeter lang. We hebben hem opdracht te geven om twee bootjes van max. 15cm lengte te maken. Hopelijk lukt dat. Om hem een beetje te helpen kochten we bij een lokale ondernemer in Aluva een Total Mini Grinder. Daarmee kun je heel precies schuren, frezen en polijsten. We hebben Jinsen de Mini Grinder cadeau gegeven. Zo kan hij de bootjes netter afwerken, namen op de bootjes frezen en de bootjes personaliseren.
Exporteren van de producten naar Europa hebben we in eerste instantie als mogelijkheid afgewezen. Los van allerlei juridische issues (is het rosewood wel FSC-hout?) en kostentechnische en markttechnische issues (wat koste het exporteren en transporteren? welke winkels willen dit verkopen?), denken we niet dat mensen in Nederland en Europa op dit soort artisanale kunst zitten te wachten.



Reactie plaatsen
Reacties