Leven op de Campus

Op vrijdag 1 maart zijn we verhuisd van ons hotel naar de Campus van St. Albert's College. Zeven dagen in de week zit er een bewaker bij de hoofdpoort. Doordeweeks zit er een aardige man, die zeer voorkomend is en iedere keer dat we er langs komen de grote poort voor ons open maakt. Zeker sinds Simon de eerste keer zijn hoofd stootte tegen het kleine personenpoortje.
En we hebben geluk. Met het oog op financiering, wordt de campus iedere 5 jaar gecontroleerd. Diverse ruimtes, met name die voor gasten, worden dan helemaal onder handen genomen. Kort geleden was er weer zo'n update nodig. De gastenkamers zijn dus onlangs helemaal gereviseerd en gemoderniseerd. En omdat wij langere tijd zullen blijven, zijn er op onze kamer nog wat extra aanpassingen gedaan. Zo hebben we een waterkoker en thee en koffie, om een beetje in onze eigen behoeften te kunnen voorzien. Een kast(je) voor onze kleren is er nog niet als we aankomen, maar dat gaat wel gebeuren. Ons bed is knus smal, thuis zouden we het een twijfelaar noemen met zijn 1.20m breedte, en zo hard als een plank. Misschien went het, maar in de tussentijd hebben we in ieder geval maar ieder een extra kussen aangeschaft.
Midden in het plafond met sfeerverlichting hangt een ventilator en we hebben een a/c unit. Bij aankomst werd die op 19 graden Celsius gezet. In de winter thuis een redelijk behaaglijke temperatuur, als je een dikke trui aan hebt. Ondertussen hebben we de airco ingesteld op 26 graden Celsius. en dat voelt heerlijk koel, als we van buiten naar binnen stappen. En als we 's avonds onder ons lakentje gaan slapen, is het ook een zeer behaaglijke temperatuur.
Voor onze maaltijden lopen we naar de ander kant van de campus, waar de eetkeuken is ingericht. Drie keer per dag zetten de kokkinnen van de kantine eten voor ons klaar. Behalve op zondag, dan regelt Brother Rimesh het eten. Brood voor het ontbijt en vaak afhaal, bijvoorbeeld Chinees, voor de lunch en het avondeten. Ontbijt en lunch eet iedereen op het moment dat hem uitkomt (ik ben de enige "haar" in dit geval, dus ik zal maar alleen hij/hem gebruiken), omdat iedereen andere werkroosters heeft. Maar de avondmaaltijd proberen we met z'n allen te genieten. Één stoel aan de eettafel is gereserveerd voor Father Antony Thoppil (leuk weetje: de neef van Father Shaiju). De enige ander die er af en toe zit, als Father Thoppil er niet is, is Father Shine.

Het klinkt allemaal erg gezapig en conservatief misschien, zo tussen al die Brothers en Fathers, maar dat valt best mee. Father Thoppil is een rijzige man, die gezag uitstraalt, maar je kunt ook prima met hem over wereldlijke zaken praten. Father Shine is een rustige man, die al best wat van de wereld gezien heeft -- letterlijk. Hij weet veel, en laat dat graag merken. Father Jenson is een heel vrolijke, goedlachse man, die zijn eigen youtube-kanaal heeft met reisvlogs en kookprogramma's (Jenson Achante Ruchikoottu - YouTube) -- hij gaat ons leren echt Indiaas te koken. De twee Brothers zijn nog erg jong, 24 en 25 jaar oud. Brother Edwin is rustig en een beetje verlegen, maar erg aardig, en Brother Rimesh heeft de zorg voor ons op zijn bordje gekregen. Zo met z'n zevenen zijn de gezamenlijke avondmaaltijden behoorlijk levendig. Vaak gaat ook de televisie aan, dus het is een drukte van jewelste.


Bij de eetkeuken komt ook regelmatig een katje kijken of ze wat te eten ken krijgen. De Heren hebben haar Juli genoemd en geven haar af en toe chili-garnaaltjes. Toen we daar over begonnen te sputteren, zeiden ze dat het een Indiase kat is, ze kan wel tegen pitig eten. Maar we hebben toch maar een beetje echt kattenvoer voor haar gekocht. De mannen vonden het enerzijds ongelooflijk, maar toch weer erg grappig. Binnen een week ben ik al haar beste vriendje geworden.
Voor onze was kunnen we ook in de eetkeuken terecht. Behalve de was die netjes gestreken moet worden, die brengen we naar de laundry-service een paar straten verderop. De was komt er netter gevouwen vandaan dan ik ooit doe.
Verder zijn er op de campus een open air fitness-ruimte en een sportveld/open hal voor grote bijeenkomsten. Ook het hostel voor mannelijke studenten bevindt zich op de campus. De dames logeren in een goedgekeurd hostel buiten de campus (maar wel dichtbij). De kantine serveert iedere weekdag maaltijden voor de studenten, en diverse snacks voor tussendoor. Het is verder een gewoon complex, met alle voorzieningen die een schoolgebouw moet hebben. Groen, met aanpassingen voor lichamelijk gehandicapten en transgenders.
's Ochtends om zes uur klinkt de wekker voor de studenten door het complex, vervormd door de luidsprekers. Om acht uur begint de lesdag met een uitvoering van het college-lied en het volkslied. Ieder uur klinkt ook de bel door de luidsprekers. 's Avonds om zes uur klinkt weer het volkslied van India, om het einde van de dag aan te geven. Dan wordt het stil op de campus, op de zwerfhonden na, die rond drie uur 's nachts een concert geven.
In het gebouw van Albert's Institute of Management, aan de overkant van de straat, hebben wij een plek gekregen waar we kunnen werken.

