
De volgende etappe van onze rondreis, bracht ons naar Pondicherry, een kustplaats aan de oostkust van India, met een Franse geschiedenis. Daarin wijkt deze stad echt af van de andere steden in India, wat ook veel Indiërs ertoe brengt er op bezoek te komen tijdens hun vakantie.
We hebben er een paar dagen rondgelopen en ook in Pondicherry zijn er heel veel tempels. Grotere en kleinere. Maar de sfeer in deze stad is zodanig anders dan wat we tot nu toe ervaren hebben en, laten we eerlijk zijn, de meeste tempels lijken toch wel een beetje op elkaar, dat we ons hier op andere dingen gefocust hebben.
White Town
Al snel vielen ons nog meer afwijkende dingen op aan het straatbeeld. Veel vakantievierende mannen lopen in een korte broek. En er zijn aardig wat "nachtclubs" in Pondicherry, waar ook alcohol geserveerd wordt. En rondlopend in White Town, een oorspronkelijk Frans koloniaal stadsdeel, wanen we ons bijna in Zuid-Europa. De straten zijn relatief schoon, en het verkeer niet zo druk als elders in de stad. De straatnamen zijn in het Frans en ook veel gebouwen hebben nog een Franstalige tekst op hun gevel staan. Moderne restaurantjes spelen daarop in met Franse namen en velen ervan bieden ook maaltijden op Europese/Franse leest geschoeid. Ik betwijfel echter of er nog veel Indiërs zijn die Frans spreken.


Ons hotel ligt midden in het winkelhart van de stad, op slechts 10 minuten lopen van het strand. Het eerste wat we na aankomst dan ook hebben gedaan, is dan ook naar de zee lopen. En dan sta je daar met je pootjes in de Golf van Bengalen. Dat hadden we een jaar geleden toch niet verzonnen. Het hele strand staat overigens vol met mensen, die gewoon in hun dagelijkse outfit de zee in lopen. Dames in sarees, heren in lange broek, het maakt allemaal niet uit, Iedereen geniet van het water en de golven.

White Town staat ook vol met standbeelden. Naast eentje van Gandhi en van Nehru vooral beelden die met de Franse geschiedenis te maken hebben. De oud-gouverneur en Jeanne d'Arc, bijvoorbeeld. Ook is dit deel van de stad opmerkelijk groen, met parken en relatief veel bomen langs de wegen. De politie-agenten die rondlopen zouden zo uit een film van Louis de Funès kunnen zijn gekomen, met hun opvallende rode petjes.


Mangroves en Arikamedu
Pondicherry is niet zo'n enorm grote stad, met in de stad zelf slechts zo'n 350.000 inwoners. Maar het is wel een stad met een rijke geschiedenis. Zo hebben de Nederlanders er ook nog enige tijd gezeten, nadat de stad op de Fransen veroverd was. Na zes jaar werd de stad in 1699 teruggegeven aan de Fransen. Maar al veel eerder was er in de buurt een havenplaats: Arikamedu, gelegen aan de Ariyankuppam rivier, in de mangroves iets ten zuiden van de stad. Waarschijnlijk al een handelsplaats in de tijd van de Romeinen, gezien de hoeveelheid aan Romeinse scherven die er gevonden zijn. Maar mogelijk gesticht door de oude Grieken. Al zo'n 100 jaar voor onze jaartelling.
Met onze voorliefde voor oude gebouwen en ruïnes, hebben we een vaartocht door de mangrovebossen gemaakt, op weg naar Arikamedu. Ons bootje vertrok vanaf een "Arts and Crafts" village. Daar waren handwerklieden bezig hun waren te maken, en stonden de afgewerkte producten te koop in kleine winkeltjes rond een binnentuin. We wandelden door een beeldentuin naar de boot. De temperatuur was lekker, en met de in de wind wuivende palmbomen was het een waar paradijs. We moesten even wachten op onze afvaart, maar al snel kwam er een familie aan die ook op de boot wilde stappen en gingen we op pad. Aan de overkant van de rivier pikten we nog een opvarende op, en toen gingen we de

mangroves in. Het was eb, dus de vaarwegen waren niet erg breed en we passeerden aardig wat andere bootjes met toeristen en dagjesmensen die van het natuurschoon wilden genieten.


We kregen ook een rondvaart langs de vissershaven. De vissersboten lagen allemaal aan de ketting, want het was paaitijd en de jonge visjes moeten eerst de tijd hebben om te groeien voordat ze gevangen worden. Daarna gingen we naar Arikamedu, of wat ervan over is. Het hele archeologische onderzoeksgebied was een paar vierkante kilometer groot, maar vlak bij de rivier staan nog een paar bogen, muren en pilaren. Ook waren er nog restanten van een oude wal om de bebouwing heen en verder lagen er grote brokstukken van muren. Met het klimaat hier, is het moeilijk uit te maken hoe oud het echt is. Dus of dit echt een Romeins bouwwerk was, zoals onze schipper beweerde, laten we even in het midden.

Om wat meer over de vondsten te leren, zijn we in de middag nog naar het Puducherry Museum gegaan. Hier was van alles verzameld uit de Franse koloniale tijd, die overigens pas in 1954 eindigde toen de Fransen Pondicherry aan India gaven. En verder was er een hele zaal vol met vitrines met potscherven van allerlei verschillende amfora's, die gebruikt werden om verschillende producten van de middellandse zee naar hier te vervoeren. Zo had je amfora's voor olijfolie, andere voor wijn, etc. De Romeinen haalden hier dan stoffen, edelstenen en kralen. In het gebied hier was rond het jaar nul al een levendige industrie van gekleurde glazen kralen. Het museum was niet erg groot, maar wel interessant om eens in rond te lopen.
Auroville

Onze laatste dag in Pondy, zoals de stad ook wel liefkozend wordt genoemd, besloten we een bezoek te brengen aan Auroville, Stad van de Dageraad. Dit is een idealistische gemeenschap, gesticht in 1968 door Mirra Alfasa (De Moeder), waar zo'n 3000 mensen van uit de hele wereld wonen (ongeveer de helft komt ut India). De uitgangspunten van deze kleine autonome gemeenschap komen van Sri Aurobindo, die beschreef dat alles wat leeft een onderdeel is van het geheel. Als mens moeten we dan ook streven naar harmonie met alles en iedereen die om ons heen leeft en beweegt. Als mens blijven we ook leren en evolueren. Het spirituele moet verweven zijn met het alledaagse. Religie wordt afgezworen, omdat het te statisch is.
De Moeder, die zijn gedachtengoed deelde en eigenlijk alle praktische zaken regelde, heeft in die geest Auroville gesticht. Een plaats waar alles van iedereen is, met een aparte status

die zelfs in twee wetten is vastgelegd. Hoewel de Sri Aurobindo Foundation officieel eigenaar is, is de staat India ervoor verantwoordelijk.
Feitelijk is het een groot landgoed, met in het midden ervan een grote Banyan-boom, een amfitheater en de Matrimandir, een plek van energie en bezinning. Alle begroeiing die er verder staat, is sinds de stichting aangeplant. Want de Britten en de Fransen hadden het oorspronkelijke bos gekapt en het gebied grotendeels kaal achtergelaten. Het hout van de bomen die er 200 jaar geleden stonden zijn gebruikt voor de bouw in India, maar zeker ook voor export naar Europa.
Auroville is van alle mensen, voor alle mensen, ongeacht waar je vandaan komt of wat je achtergrond is. En hoewel autonoom, werkt de gemeenschap nauw samen met de bevolking uit de omgeving. De rest van de wereld wordt niet afgewezen. Het hele idee van Auroville sluit wel aan bij ons ecologisch hart en onze innerlijke hippie.



Reactie plaatsen
Reacties