Donderdag
Onze laatste dag in Palakkad hebben we weer een taxi gehuurd om ons een stukje rond te rijden. Allereerst was er een tempel een stuk buiten de stad, de Thiruvalathur Sree Randumoorthi Temple, die zeer de moeite waard zou zijn. Maar we waren natuurlijk weer te laat en hij was gesloten. De meeste tempels gaan rond 6 uur in de ochtend open, tot een uur of 10, en en vervolgens 's avonds tussen 5 en 8 weer. Maar ook dit gebouw was zeer de moeite waard, en gelegen aan een rivier, wat een mooi uitzicht gaf. We zijn nog wat verder rondgereden, langs nog een tempel (India is wel het land van tempels) die verderop langs diezelfde rivier stond.


Wat vrij bizar was, was dat bij beide tempels de rivier een brede, goed stromende watervlakte was. Ertussenin lag de brug die we passeerden. Hier lagen grote rotspartijen in het water en kon je, deels over die rotsen, naar de overkant lopen. Niet helemaal zonder natte voeten te krijgen, maar het was mogelijk.


De dag vorderde, en we moesten ons langzaamaan richting het station begeven, waar onze trein naar Coimbatore (spreek uit als kojmbatoer) zou vertrekken. Op het heetste van de dag even wachten in de a/c lounge van het station was wel welkom. Even tijd voor een klein dutje. Want hoewel alles heel mooi is, vullen we onze dagen wel met veel indrukken. Je staat de hele dag "aan", om niks te missen van wat er voorbijkomt, om te begrijpen wat er gezegd wordt en te kunnen reageren op wat er om je heen gebeurt. Af en toe even pas op de plaats is noodzakelijk.
In Coimbatore had Simon al een leuk hotel uitgezocht om te verblijven. Een 4 sterrenhotel met rooftop pool en een nachtclub. De pool was bij aankomst helaas al gesloten. Maar na een lekkere maaltijd, waarbij de bestelling niet helemaal goed door was gekomen, maar dat mocht de pret niet drukken, zijn we de nachtclub ingedoken. De muziek was hard en eentonig, de zaak was nagenoeg leeg (op te veel man personeel na), maar Simon's whiskey en mijn cocktail smaakten heerlijk. Ik had een mint julep, wat ik alleen maar van naam


kende uit films, met name films over het koloniale Engeland. Het is een mix van whiskey met limoen en munt, en veel ijs. Na bijna twee maanden zonder, was onze honger naar alcohol hiermee ook voorlopig wel weer gestild.
Vrijdag

Natuurlijk moest na de nacht het zwembad uitgeprobeerd worden. Het was niet heel erg groot, maar wel met enkele glazen wanden, wat het een enorm luxe uitstraling gaf. Zoals bijna alles aan dit hotel, trouwens. Ook het enorm uitgebreide ontbijtbuffet waar we na het zwemmen van konden genieten.
Aangezien het in de ochtend nog goed te doen is, besloten we na het ontbijt naar de 100 jaar geleden door de Britten aangelegde botanische tuin te gaan.
Net als veel oude locaties die we gezien hebben, is het een beetje vergane glorie. Niet helemaal goed onderhouden, en de waterpartijen stonden vrijwel allemaal droog. Maar het was heerlijk wandelen in de schaduw onder de bomen. En hoewel het vakantietijd is, waren er studenten bezig met de kweek van verschillende plantjes. We hebben ons er in ieder geval prima vermaakt. Er was een boomhut en we gingen op jacht naar de pauw die er rondliep (maar die was ons te snel af).



Rond de middag, toen het park tijdelijk sloot voor de lunch, zijn we naar het Brookfields-winkelcentrum gegaan, om in de airco zelf ook een lunch te eten. Uiteindelijk hebben we er een paar uur rondgelopen. Op de bovenste verdieping was een winter-wonderland met echte sneeuw (!), waar we overigens geen gebruik van hebben gemaakt. Wat we wèl hebben gedaan, is met onze voeten in de fish-spa gezeten, waar tientallen kleine visjes aan de opperhuid van je voeten knabbelen. In eerste instantie kietelde het als een malle, later ging het gevoel over in een lichte tinteling van je voet. En er was een Spar- supermarkt! Maar die was wel veel uitgebreider dan enige Spar die ik in Nederland (of Engeland) ooit gezien heb.



Met een broek voor Simon en een paar nieuwe slippers voor mij, gingen we terug naar het hotel. Begin van de avond gingen we weer op pad. Voor het hotel stond een riksja, en we besloten deze chauffeur te vragen ons langs verschillende tempels te rijden die ik op de kaart van Coimbatore had gemerkt. De beste man sprak vrijwel geen Engels, en vroeg de portier van het hotel om hulp. Voor een afgesproken prijs, zou hij ons een paar uur rondrijden. We wilden tempels zien. Dat had hij wel begrepen, en de eerste tempel waar hij ons naartoe reed, was.... een rooms-katholieke kerk. Toch maar weer even het heft in eigen hand genomen, en hem gezegd naar welke tempel hij vervolgens moest gaan. De Sree Ayyappan tempel, gewijd aan de god van de waarheid en rechtschapenheid, zoon van de vrouwelijke vorm van de god Shiva en de god Vishnu. Vervolgens reden we naar de Ramar-tempel, die bekend is omdat Rama (de zevende incarnatie van Vishnu) en zijn vrouw Sita (die bekend staat om haar trouw en zelfopoffering) daar tegenover elkaar staan en elkaar liefdevol aankijken. De tempel wordt veel bezocht door stellen die bijna gaan trouwen, om de zegen over hun huwelijk te vragen.
Een aardige priester legde ons dat uit, en gaf ook uitleg bij het rode poeder dat hij gaf, een slokje heilig water en een blaadje waar we op moesten kauwen. Het zou lichaam en ziel reinigen, dus wij braaf het slokje nemen en het groen opeten.
Verder wilden we op zoek naar een groot standbeeld van Nehru, de eerste premier van India, dat in het Nehru-park zou staan (dûh). Maar toen de chauffeur een heel ander kant uit reed dan Google-maps mij zei, en hij heel zeker was van zijn zaak dat we naar het Nehru-park gingen, hebben we ons maar laten verrassen. En verrast waren we, toen we aankwamen bij het Nehru-park. Een levendige plek vol mensen, waar het ook wemelde van de grote vleermuizen. In het park stonden enkele verlichte gebouwen, er was een grote fontein en er stonden dino-standbeelden. Families waren er aan het wandelen, of kochten eten bij de stalletjes.


Adiyogi
We waren al bijtijds op, want we zouden met de riksja naar een tempel die op m'n wensenlijstje stond. Maarja, na eerst te hebben gezwommen en gegeten, bleek de riksja chauffeur een ander ritje te zijn gaan maken. Niet getreurd: zo een Uber geregeld voor een paar uur, om ons naar een plek buiten de stad te rijden.
Onze eerste stop was de Sri Perur Pateeswarar tempel. Een schitterend gebouw dat al bijna 2000 jaar staat. Helemaal van steen, inclusief het plafond, en van binnen helemaal beschilderd. Geen stuk steen van de pilaren is onbewerkt gebleven. De huisgoed van deze tempel is Shiva, samen met zijn vrouw Parvati. Shiva is een van de drie aspecten van de goddelijke drie-eenheid die in het hindoeisme bestaan. Hij staat voor vernietiging. Dit klinkt heel desastreus, maar betekent alleen maar dat alles eindig is. Samen met Parvati symboliseert hij de mannelijke en de vrouwelijke kracht, lingam en yoni, yin en yang, creatie en vernietiging.




Daarna ging het door naar onze eigenlijke bestemming: Adiyogi, een stalen buste van Shiva die 34 x 45x25 meter groot is. Hier, zo wordt geclaimd, was de oorsprong van de yoga, en was Shiva 15.000 jaar geleden de eerste leraar die zijn discipelen yoga onderwees. Achter het beeld bevindt zich een modern tempelcomplex, gebouwd in 2016/2017 met als oogmerk om zeker 5000 jaar te blijven staan.
Met de ossenkar gingen we naar de Dhyanalinga-tempel. Het was er overal een drukte van belang. Nieuwsgierige toeristen, maar vooral ook gelovigen uit de hele wereld die uit volle overtuiging de ervaring in doken.
Bij de tempel zelf bleek dat we al onze apparaten moesten inleveren. Dus: geen camera, geen telefoon, geen (hand) tas mocht mee naar binnen. Heel even twijfelden: zullen we dat wel doen? Maar al snel was de beslissing genomen: nu we hier zijn, gaan we ook all the way!


Zoals overal, moesten we na binnenkomst de schoenen uit doen. Het moet gezegd: Indiërs weten overal een slaatje uit te slaan, maar hier werden de bewaarfaciliteiten van je spullen gratis aangeboden. Alles werd netjes in zakken gedaan en aan een genummerd haakje gehangen, en je kreeg zelf het nummertje mee.
We liepen blootsvoets over de hete stenen, zoveel mogelijk in de schaduw om onze ongeoefende voetjes te sparen. De vloer was heet onder de brandende zon. Het eerste gebouw dat we tegenkwamen, bleek een badhuis. De Seeryakund, alleen voor mannen. Voor het luttele bedrag van 20 roepies, kan een man hier en duik in het energierijke water nemen. Een dhoti en een douche erbij inbegrepen. Het vrouwenbad lag dichter bij de tempel. Omdat we all the way zouden gaan, scheidden zich hier onze wegen. Terwijl Simon zich opmaakte om het bad in te duiken, liep ik door, op zoek naar de Chandrakund, het vrouwenbad. Hierbij kwam ik langs nog een gebedshuis, maar ik besloot daar even mee te wachten en dat eventueel samen met Simon te bezoeken.
Toen ik het bad had bereikt, werd mij op fluistertoon uitgelegd hoe het werkte. Overal stonden namelijk devotees, gelovigen, die in ruil voor de spirituele ervaring vrijwilligerswerk doen in het complex, met bordjes "Please remain silent".
Het badritueel voor vrouwen was als volgt: Volledig uitkleden, douchen (alles moest nat, ook de haren helemaal), dan de geleverde jurk aan en weer douchen tot het vormeloze vod doorweekt was. Vervolgens mocht je de lange trap af het bad in. Niet wetend wat precies te doen, deed ik in het bad de andere dames maar na. Ik liep een paar rondjes rond het symbool van de vrouwelijke kracht dat het water zijn energie gaf, dook een paar keer kopje onder, en ging even onder de waterval staan. Als ik er geen goddelijke energie van had gekregen, was ik in ieder geval lekker afgekoeld.
Na het baden gingen we door naar het echte heiligdom: De Dhyanalingha tempel. Een grote linga -het abstracte symbool voor Shiva- staat daar midden in een grote koepel. Deze koepel is wel een architectonisch hoogstandje. Zonder enige ondersteunende pilaren en gebouwd van bakstenen. Alle bezoekers werd verzocht in stilte op de grond te gaan zitten, zo'n twee minuten naar de linga te kijken, en vervolgens de ogen dicht te doen. En zo te blijven zitten tot het belletje rinkelde, na ongeveer een kwartier.
Het stil zijn en de ogen dicht doen was geen probleem. Op de grond zitten in kleermakerszit is echter iets waar we ondertussen echt veel te stijf voor zijn geworden! Na de bel opstaan was lastiger dan gaan zitten.
Omdat we in de tempel zelf geen foto's konden en mochten maken, hebben we deze fotootjes even van internet geplukt.

Seeryakund

Chandrakund

Dhyanalingha
Opgefrist liepen we na deze ervaring richting de uitgang, om onze schoenen en daarna onze andere eigendommen op te halen. De taxichauffeur had mij in de tussentijd herhaaldelijk proberen te bellen. We hadden de gereserveerde tijd ruimschoots overschreden! We besloten dus maar om de andere plaatsen die we hadden willen aandoen, te schrappen en terug te keren naar het hotel. Daar hebben we de chauffeur ruimschoots gecompenseerd, door hem een flinke fooi te geven bovenop het bedrag dat Uber voor hem had uitgerekend. En later nog eens, toen hij terug moest komen omdat Simon zijn zonnebril in de auto had laten liggen. Zijn mopperige gedrag van de terugreis was toen helemaal omgeslagen.
Reactie plaatsen
Reacties