In de achtertuin

Gepubliceerd op 16 april 2024 om 10:05

   We hebben nu twee tripjes in Kerala gehad, maar hebben het idee nog lang niet uitgekeken te zijn in Kochi zelf. Hoe zit het met tempels in Kochi, en hier vlak achter ligt een "bird sanctuary". Bovendien zijn er diverse musea die we nog niet bezocht hebben, en hebben we de Joodse synagoge in Fort Kochi alleen nog maar aan de buitenkant kunnen bekijken. Tijd dus voor wat tripjes rondom ons tijdelijke huis.

   Op internet vond Simon een Marine Biodiversity Museum, op loopafstand. Dat klinkt natuurlijk interessant voor twee "sustainability and stewardship"-teachers. Dus bijtijds in de ochtend trokken we erop uit. In plaats van via de hoofdwegen te lopen, dacht ik dat we er ook binnendoor moesten kunnen komen. Hiervoor moesten we achter langs het High Court (een filiaal van het hoogste rechtsprekende orgaan van India) lopen. Daar bleek echter de weg dood te lopen op..... het Mangalavanam Bird Sanctuary. Een stuk wildernis van 2,75 hectare, waar diverse vogelsoorten broeden, en waar een klein mangrovebos staat dat meebeweegt op de getijden, door een kanaal verbonden met de zee 100 meter verderop.

   Nou wilden we ook altijd nog dit stukje bos bekijken, dus de keuze om er naar binnen te gaan, was snel gemaakt.  Slechts een klein stukje van de wildernis is open voor het bezoek, om de vogels niet te storen. Maar wat een rust daar, zo midden in deze miljoenenstad. We hebben er even rondgewandeld zonder een vogel te zien, en net toen we er weer vandoor wilden gaan, ontdekten we bomen vol met vleermuizen. En dan niet van die kleintjes die we in Nederland gewend zijn. Nee, joekels, met een spanwijdte van wel een meter, en donzige bruine lichamen. We hadden er wel eens een zien vliegen in de avond, in de veronderstelling dat het een vogel moest zijn, gezien zijn grootte. Gelukkig zijn deze vleermuizen vegetariërs en eten ze alleen fruit, en geen (mensen)bloed.

   Na het oerwoud, wilden we tóch naar de zeedieren. We vonden de ingang naar het Marine Biodiversity Museum, maar wat bleek: we mochten er niet in zonder een kopie van ons paspoort af te geven! Nou zitten er langs de weg talloze copyshops (kennen we die nog in Nederland?), dus dat probleem was snel opgelost. Na de lunch dus nogmaals naar het onderzoeksinstituut waar het museum gevestigd was. We moesten langs drie officials voordat we bij de collectie waren. En daar werden we continu begeleid door een medewerker. Het CMFRI is een overheidsinstelling met vele afdelingen langs de enorme Indiase kustlijn. Waarschijnlijk daarom de verregaande veiligheidsmaatregelen.

   De collectie van het museum bestaat uit zoveel mogelijk verschillende algen, zeewieren, koralen, vissen, krabben, garnalen, sponzen..... noem maar op welke zeewezens je nog meer kent. Maar dan wel gedroogd of op sterk water. Bij binnenkomst waren wij de enige bezoekers. Het was, kort gezegd, een doodse boel. Wel interessant, en de structuren van de koralen en sponzen blijven mooi. Maar de kleuren van de zee waren weg (tja, gevolg van de taxidermie, zei de medewerker). De meeste koralen kwamen uit de buurt van de Laccadiven, een eilandengroep die bij India hoort maar zo'n 200 kilometer verderop in de Arabische zee ligt. (Ik voel een vakantiereisje aankomen...) Gelukkig was er ook nog een klein aquarium, waar de vissen in volle glorie schitterden.

   In Trivandrum hadden we eigenlijk voor het eerst echt Hindoetempels gezien. Natuurlijk zijn die hier in Kochi ook, maar het katholicisme is hier toch wel dominanter aanwezig. Nou hebben we genoeg te maken met de katholieken in ons dagelijks leven, dus wilden we op zoek naar de andere geloven die in het grootste deel van India, en zeker hier in Kochi, zo vreedzaam met elkaar samenleven. Google is your friend. Zoek naar tempels, en Maps wijst je de weg. Inderdaad blijkt er zo'n tiental tempels te liggen binnen een straal van één kilometer. Dus wij gingen aan het eind van de middag, na de ergste hitte, op pad. Telefoon in de hand en wandelen maar. 

   Zo kwamen we langs een paar kleinere Hindoeistische tempels, maar ook langs een schitterend bewerkte, marmeren Jain-tempel. Uiteindelijk kwamen we bij een grote tempel waar men druk bezig was met de voorbereidingen van een processie ter ere van de geboorte van Rama,     (de zevende incarnatie van Vishnu). Ook was het Vishu, het Mayalali nieuwjaar. Men viert dan de lente-equinox, waar dag en nacht even lang zijn, en vereert Vishnu en zijn incarnatie Krishna als de God van de tijd.

   Deze belevenissen hebben ons aangezet tot het verder inventariseren van de verschillende religies en hun gebedshuizen. We zijn weer teruggegaan naar Fort Kochi en hebben eindelijk de Joodse synagoge bezocht. De eerste Joden zijn al in het jaar 72 naar India vertrokken, verjaagd uit Judea door de Romeinen en de Zeloten. De Paradesi Synagoge (paradesi = buitenlanders in het Malayalam) werd echter pas gebouwd in 1568 door nieuwe Joodse immigranten, en is daarmee de oudste synagoge in India. De synagoge is bijzonder door de handgeschilderde Chinese tegels op de vloer en de vele Belgische kroonluchters. Kochi heeft een bloeiende Joodse gemeenschap gekend, maar tegenwoordig zijn er nog maar een paar Joodse families over.

   Vervolgens gingen we naar de St. George Orthodox Koonan Kurish Old Syrian Church. Da's een hele mondvol, en is de kerk van de Thomas-christenen. Het verhaal gaat dat de apostel Thomas naar India is gekomen en daar het Christendom heeft verspreid. De kerk zelf is een staaltje architectonisch vernuft, oorspronkelijk gebouwd uit klei en redelijk recent gerenoveerd. Ook hier gelden strenge kledingvoorschriften, net als in de Hindoeïstische tempels. Wij kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat verschillende stromingen van het Christendom en het Hindoeisme elkaar flink hebben beïnvloed en zelfs gedeeltelijk geassimileerd zijn.

   De voorlopig laatste religieuze plek die we bezocht hebben, is de Santa Cruz Basilica, gebouwd door de Portugezen in de tijd dat zij over Kochi heersten, en hier de Portugese inquisitie hanteerden. Deze kerk lijkt meer op de Europese kerkgebouwen dan enige andere katholieke kerk die we hier tot nu toe gezien hebben. Iets minder blingbling en gekleurde lampjes en wel oude schilderingen met ingetogener kleuren. 

 Als wij 's avonds bij het eten de Fathers vertellen over onze belevenissen, oogsten we verbazing alom. Dat wij in zo korte tijd al zoveel over onze - en hun!- leefomgeving hebben geleerd, Dat wij dingen hebben onderzocht en bekeken waarvan zij niet of maar half op de hoogte waren. Als het gaat over de christenen, kan Father Thoppil nog wel aardig meepraten, maar andere religies gaat ze toch echt boven de pet. En al die tempels! Zelfs een Jain tempel.... Dat dat allemaal op loopafstand van St. Albert's was, dat wisten ze niet.

Reactie plaatsen

Reacties

leo hulsker
een jaar geleden

Klinkt allemaal erg interessant!