
Nu de terugreis geregeld was, konden we de stad zelf gaan ontdekken. We hadden al een paar paleizen en tempels gevonden op internet die de moeite van het bezoeken waard zijn, dus we konden gericht op stap.
Trivandrum is vooral bekend door de enorme Sri Padmanabhaswamy tempel, de tempel waar Vishnu ligt te slapen op zijn lastdier, de slang Anantha (waar dus de stadsnaam weer vandaan komt). Van de buitenkant een enorm imposant bouwwerk. En om hem van binnen te mogen bekijken, moet je aan allerlei kledingvoorschriften voldoen. Wij waren, op het moment dat we er langs kwamen, op weg naar het Kuthiramalika Palace Museum, het oude woonpaleis van de koninklijke familie van het koninkrijk van Travancore, ten tijde van de Britse Raj.


Het enorme paleis, met tachtig kamers waarvan er 20 zijn opengesteld voor het publiek, stond in de tijd dat het in gebruik was, ook wel bekend al het paleis van de lachende paarden. Ook weer gebouwd in de typische bouwstijl van Kerala, strekt het complex zich uit naast de beroemde tempel, de rijkste tempel ter wereld. Vijfduizend mensen zijn 4 jaar lang aan het werk geweest om alle beeldhouwwerken en houtsneden te maken. Een werkelijk indrukwekkend bouwwerk. De koninklijke familie bestaat nog, hoewel ze in 1956 vrijwillig afstand hebben gedaan van de macht, maar woont een paar kilometer verderop in een nog groter, nog luxueuzer paleis dat niet voor het publiek toegankelijk is.
In het paleis was ook een geheime gang, waar de Maharaja rechtstreeks door naar de tempel kon gaan. Ook nu nog bezoekt de koninklijke familie dagelijks de tempel, en wordt deze op dat tijdstip afgesloten voor de gewone man. Wijzelf besloten op dit moment nog niet de tempel te bezoeken, maar naar andere musea en paleizen te gaan.
Allereerst gingen we naar het Napier museum. Een schitterend koloniaal gebouw met een heerlijk koele siertuin eromheen aangelegd. Helaas was het museum gesloten op maandagen. Het ernaast gelegen Museum of Natural History was ook gesloten i.v.m. een feestdag. En het 500 meter verderop gelegen Kanakakunnu Palace werd gerenoveerd. Bovendien werd er in de paleistuinen een zomerkermis gehouden. Kortom: de rest van de dag hebben we schitterende gebouwen van de buitenkant gezien.
Aan het begin van de avond namen we een riksja naar een willekeurig, maar bepaald niet toeristisch, strand. De zon was al ondergegaan, maar de vissers waren nog bezig hun netten op te ruimen, De vis werd door de vrouwen langs de weg verkocht. Na nog wat meer omzwervingen langs strand en volksbuurten, was het tijd om te eten en terug te gaan naar het hotel.
De volgende ochtend, na weer een plons en een heerlijk ontbijt, hebben we de tempels in de buurt van het hotel opgezocht. De tempels in Kerala hebben vooral beelden uit hout die de buitenkant van de gebouwen

versieren. Opgeschilderd in heldere kleuren, beelden ze vele van de Hindoeistische goden uit. Door het harde zonlicht zijn de kleuren in India toch al zeer sprekend, van de oranje kleur van de aarde en het groen van de planten, tot de glanzende zijden sarees van de vouwen, behangen met gouden sieraden. Tel daarbij op de felle kleuren van de tempels, met hun overdadig met goudversierde binnenzijdes, de gekleurde lampjes die 's avonds de tempels/kerken/moskeeën en andere gebouwen verlichten en je hebt een kakafonie aan visuele prikkels die de zintuigen overladen met indrukken.

Daarna ging het met de riksja naar het station, waar we werden opgewacht door semi-professionele stationsmedewerkers, die m.n. toeristen (maar ook andere reizigers) naar hun trein helpen. Door de koffers te dragen en door de weg te wijzen. En vooral dat laatste hadden we wel nodig. Ons mannetje zocht uit aan welk perron onze trein zou aankomen, en hoe laat. En in welke coupé we dan zouden moeten zitten. Precies op de juiste momenten kwam hij weer opduiken, om ons van perron 1 naar perron 4 te brengen, en toen de trein er was, ons naar de juiste eersteklas te begeleiden. Maar zoals altijd, is niks gratis in India en met het duurste treinkaartje op zak werd van ons toch wel een aardige bijdrage verwacht.
In de trein ontdekten we de mogelijkheid om eten te bestellen bij een restaurant, dat dan de maaltijd bij de trein zou komen bezorgen. Deze dienst werd aangeboden bij verschillenden stations langs de route. Te laat voor de bestelling bij de eerste stop, kozen we noodgedwongen voor Domino's pizza bij de volgende. De arme bezorger heeft een half uur op het perron moeten wachten, omdat de trein vertraging had, maar uiteindelijk kon ik de pizza in ontvangst nemen. Maar wat een uitvinding! Dit moeten we in Nederland ook invoeren!
Al met al was de terugreis een heel stuk comfortabeler dan de heenreis. We hadden alle ruimte (iedere coupé heeft niet alleen banken, maar ook een bed en beddengoed voor iedere reiziger!), de airco hield de temperatuur prettig, en de warme pizza onderweg was de kers op de taart. Op deze manier kunnen we heel India wel aan. Terug naar Trivandrum gaan we sowieso nog een keer.


Reactie plaatsen
Reacties
Ongelooflijk wat jullie daar allemaal meemaken en zien!
Ik geniet met jullie mee!
Het zet het idee wat ik over India had wel helemaal op zijn kop.
Groetjes, Toos.