
Maandagmiddag na ons middagdutje gingen we een klein stukje naar buiten. Heet, bijna 33 graden. Allerhande geuren, van kooklucht tot putlucht, fruit, urine en bloemengeur. Daaroverheen een deken van stof. Er is nauwelijks een briesje en de zon brandt genadeloos. In de auto vanochtend zagen we al dat mensen vooral in de schaduw zitten en lopen. Een gewoonte die we gauw moeten overnemen.
Op jacht naar roepies, zijn we een rondje gelopen langs het station, waar inderdaad een ATM was. Ons idee was vooral om te wennen aan het verkeer, en te oefenen met het oversteken. Want naast het feit dat ze hier links rijden, rijdt ook alles kris kras door elkaar. Brommers en riksha's toeteren voor en tegen alles. En op een tweebaansweg passen makkelijk 5 á 6 voertuigen naast elkaar, die allemaal op hun eigen snelheid rijden.
Onze wandeling leidde ons langs het St. Albert's College, onze toekomstige werkplek. En toen via een omweg terug naar het hotel, waar we het zwembad in zijn gedoken om af te koelen. Het was die avond ook alweer vroeg bedtijd.
Dinsdag liep de wekker om 8 uur af. Vroeger op de dag heb je kans dat het nog niet al te heet is. Na het ontbijt dachten we even snel een paar SIM-kaarten te scoren, zodat we makkelijker zullen kunnen communiceren binnen India. We hadden het kunnen weten, maar zo werkt het dus niet hier. door behulpzame eigenaars van telecomwinkeltjes werden we doorverwezen naar het kantoor van Vodafone India. Dat zou in de buurt moeten zijn, maar mooi dat wij het niet konden vinden. Dus na een kleine 3 kwartier rondgestruind te hebben, hebben we een riksha aangehouden, en de bestuurder gezegd waar we naartoe wilden. Eerst bracht hij ons naar een wat groter winkeltje, maar ook die verwees ons naar het kantoor. Met de riksha verder gereden, en inderdaad: het kantoor was heel dichtbij. We waren er zelfs al twee keer aan voorbij gelopen die ochtend. Weer een les: niet alles staat even duidelijk aangegeven. Of wel duidelijk aangegeven, maar we kunnen door de borden het juiste bord niet vinden.
De dame bij Vodafoon wist ons na een kwartier ongeveer te vertellen dat er iemand naar ons hotel zou komen met de SIMkaarten. Wij lekker rustig terug kuieren. Onderweg, -het was inmiddels half één- gestopt bij een restaurantje voor wat te eten en te drinken. Dus toen wij om één uur terug waren, bleek de beste man al op ons te zitten wachten. Hoe hij allemaal heeft zitten toveren met zijn twee telefoons (plus die van ons!) weet ik niet precies. Maar hij moest een paspoort hebben (hij kreeg dat van mij), hij moest ons adres hebben (nouja, dan maar dat in Nederland), er moesten nog extra foto's gemaakt worden van mij om aan te tonen dat ik degene in het paspoort was, hij moest selfies maken om te bewijzen dat hij het was die de kaarten verkocht, de kaartjes moesten in onze telefoons worden gestopt, hij moest daarna nog wat instellen in onze telefoons.... uiteindelijk is het gelukt, met die van mij wat sneller dan met die van Simon. We hebben nu dus lokale nummers, naast onze Nederlandse nul-zes.

Na al dat gegoochel werden we opgehaald door Dr. Geo Fernandez, hoofd van de management opleiding en dean voor international affairs. Een aardige man, kort, wat stevig gebouwd, met een rond hoofd en een serieuze uitdrukking op zijn gezicht. Hij nam ons mee naar het College. Daar kregen we een introductie van de school, een kennismaking met de chairman en de principal van het college, dus de twee hoogste bazen. We zijn rondgeleid over de campus, en hebben de studio gezien die onze uitvalsbasis wordt voor de komende maanden.

Reactie plaatsen
Reacties