En toen was het tijd om toch echt afscheid te gaan nemen van iedereen. We hadden de fathers en Geo uitgenodigd voor een etentje op vrijdagavond. Maar ondertussen werden we zelf ook nog uitgenodigd voor een high tea bij het Albertian Institute of Management. Voor die tijd hebben we nog even snel ons telefoonabonnement bij Vodafone Idea verlengd, zodat we bereikbaar blijven voor onze Indiase contacten.
We kwamen netjes om drie uur aan bij AIM, met ons afscheidscadeau voor Geo en zijn staff: de maquette van het AIM-gebouw die Jinson had gemaakt.
Naast de AIM-staff waren Father Thoppil en de nieuwe principal ook aanwezig. Wij hebben officieel ons cadeau aangeboden, en toen was het de beurt aan Geo. We kregen natuurlijk een speech. En een kleine aandenken, want ze hadden al wel door dat we moeilijk al te grote dingen met ons mee naar Nederland konden nemen. Verder kregen we ieder een AIM-beker en een olifantje, het nationale dier van Kerala. We kregen een dankwoordje van de nieuwe principal, die ons aansprak als mister Simon and mrs. Simon.

En de collega waar Simon het meest mee te maken had gehad, Nithin, vertelde hoe hij de samenwerking had ervaren. Natuurlijk heel positief allemaal. Vervolgens gingen we eindelijk onze koffers inpakken. Het was nog wel een beetje herverdelen van de inhoud, om onder het maximaal toegestane gewicht te blijven. Dat is uiteindelijk ook niet gelukt, maar we hoopten maar op niet al te strenge vliegveldmedewerkers.
Om acht uur gingen richting het restaurant, voor het afscheidsetentje. Maar na 20 minuten zaten we nog steeds met z'n tweetjes aan tafel. Waar bleef de rest? Lang leve de mobiele telefoon: het bleek dat zij op ons aan het wachten waren op de campus. Een typisch gevalletje miscommunIcatie: de afgesproken tijd was niet bij het restaurant (wat wij dachten) maar de verzameltijd om richting restaurant te gaan. Het duurde toen niet lang meer voordat iedereen aanschoof aan tafel.

v.l.n.r. fr. Nibin, fr. Antony Thoppil, fr. Vincent, Geo, bro. Anmod, bro. Stayn, Jaklien, Simon, fr. Jensen
Daar zat ik dan aan tafel met acht mannen. Wij hadden ook de broeders Anmod en Stayn uitgenodigd. Meestal als de Fathers ergens heen gaan, blijven de broeders op de campus om hun werk uit te blijven voeren. Maar aangezien wij een van hun verantwoordelijkheden waren, vonden we dat zij er echt bij hoorden. Alleen father Shine Pauly was er niet; hij was met familie op een soort van bedevaart in Tamil Nadu. Het eten was heerlijk, er werd wijn gedronken door de liefhebbers. De broeders dronken geen alcohol, maar wilden liever een sapje. Om de een of andere reden, bestelden ze dat niet, totdat ik een kelner wenkte en hen vroeg wat ze wilden hebben.
We kregen van de Fathers ook nog een afscheidscadeautje, en father Thoppil zei nog eens dat hij het erg gezellig had gevonden dat we er waren. Dat de avondmaaltijd vaak erg prettig was verlopen en we veel goede gesprekken hebben gehad. Toen het tijd werd om af te rekenen, namen de Fathers de rekening in ontvangst en betaalden die. Dat was niet helemaal zoals wij het in gedachten hadden gehad, maar toch verbaasde het ons niet. We besloten er maar niks over te zeggen. We reden met Geo terug naar de campus, en kropen moe in ons bedje.
De volgende dag hebben we de laatste dingen ingepakt. Een docente die een eigen naaiatelier heeft -naast haar baan bij St. Albert's- kwam mijn ready-to-wear sari brengen. Nu kan ik hem zelf ook makkelijk aandoen, als ik wil. De plooien zijn al voorgevouwen en genaaid. Ik hoef de sari alleen maar om te slaan en vast te knopen. Ideaal! We hebben nog een afscheidscadeautje (delftsblauwe theedoeken en een koelkastmagneet met tulpen en een molen) gebracht naar de dames in de keuken, die ons al die tijd van eten hebben voorzien. De poortwachter kreeg een klompjes-sleutelhanger. We zijn een laatste falooda gaan eten, en toen was het wachten op de taxichauffeur.
De terugreis
Even voor half drie klopte Geo op onze deur. De taxi was er. De koffers werden in de auto gelegd. De dames van de keuken verschenen, die ons ook gedag kwamen zeggen. Hoewel we elkaar totaal niet verstaan, waren ze altijd erg aardig en behulpzaam voor ons. We kregen van allemaal een handje, en het "hoofd" van de keuken gaf me een stevige knuffel en een zoen op mijn wang. Er werd gegrapt dat ze mee wilde, dan kon ze voor ons blijven koken. We stapten in, en reden richting de uitgang. Bij de poort stonden de alleraardigste sweeping ladies om ons uit te zwaaien. Ze hadden zelfs de kat, Julie, meegenomen. Ze weten dat ik dol ben op het beestje, en dat ik zelfs speciaal kattenvoer voor haar had gekocht. Julie werd opgetild en bij het autoraam gehouden, zodat ik haar nog een laatste aai kon geven. Toen lieten we St. Albert's College achter ons.

De 25 kilometer naar het vliegveld bleek een reis van anderhalf uur. Het was druk in de stad. Voor de laatste keer zagen we al die bekende gebouwen voorbijkomen. Het voelde allemaal zo vertrouwd. De stad, de metro, zelfs het verkeer. We konden ons nog wel herinneren hoe indrukwekkend onze eerste rit door de stad was geweest, toen we, moe van de vlucht, door Father Shaiju waren opgehaald. We kwamen langs St. George's Syro-Malabar Church, met zijn gouden koepel en het enorme gebouw van LuLu Mall. We volgden de metro tot het eindpunt en benoemden alle stations waar we waren uitgestapt. Hier hadden we die lekkere hamburgers gegeten. En daar was het kruidenwinkeltje. En die mooie grote kerk waar we al verschillende keren langs waren gereden. Goh, het water in de rivier was alweer aardig gedaald, want de overstroomde tempel staat inmiddels droog.

Het (nieuwe) vliegveld van Kochi is eigenlijk een heel mooi complex. De gebouwen zijn duidelijk geïnspireerd door de typische bouwstijl van Kerala. Witte gebouwen met rode pannendaken op verschillende niveaus. Het is omringd door velden met zonnepanelen, die de luchthaven van elektriciteit voorzien.

Langs de zonnepanelen van het vliegveld, totdat we konden uitstappen bij de terminal. Bij het afgeven van de koffers, bleek Simon's koffer twee kilo te zwaar. Dus ter plekke nog weer even wat ompakken. En toen was het wachten op de eerste vlucht. We wisten dat we op Delhi maar twee uur overstaptijd zouden hebben, wat al erg kort is, het vliegtuig vertrok ook nog eens wat later dan gepland. Dat maakte de overstap op Delhi wel wat gestresst. Vooral omdat we daar voor de tweede keer alle electronica uit de koffers moesten halen toen we door de controle gingen. Maar natuurlijk hebben we het gewoon gehaald.

In Delhi zagen we al dat de samenstelling van het publiek aan het veranderen was. Het werd wat meer internationaal. In München, bij de laatste overstap, waren nauwelijks Indiërs meer te zien. Wel heel veel Nederlanders. De kledingstijl was veranderd van kleurrijk in voornamelijk wit en grijs. De prijzen van het eten en drinken waren flink hoger. Op het moment van vertrek begon het ook nog eens te regenen. We hadden goed gegeten tijdens de twee voorgaande vluchten; deze keer kregen we slechts een flesje water. Netjes op de voorspelde tijd landde ons vliegtuig op Schiphol. Daar werden we opgewacht door Lara (met haar 5 maanden zwangere buik) en Marc.


Net als op de heenweg, moesten we even Tetris spelen met de koffers. Marc wist nog hoe we alles op de heenweg in de auto hadden gekregen. Anderhalf uur op de achterbank, met een grote koffer tussen ons in, waarin we alvast wat konden bijpraten met ons gezelschap. In Deventer waren Kyra en Hessel allebei thuis. Terwijl ik de trap op liep, stond Belle bovenaan te wachten. Toen ik niet snel genoeg naar boven kwam, begon ze zelf maar aan de afdaling. We zijn weer thuis.
Reactie plaatsen
Reacties
Welkom terug in Nederland. Het zal nog wel erg wennen zijn. Jullie reizen per vliegtuig maar je ziel komt er op een kameel achteraan!
Wat een mooie reis en ervaring hebben jullie gehad. Welkom thuis.